INHOUD :
- Voorbereiding
- Basis
voor elk vuur
- Vuur
ontstekers
- Greppelvuur
- Jagersvuur
- Pagodevuur
- Stervuur
- Polynesischvuur
- Tafelvuur
|
|
Voorbereiding : Verwijder bladeren, takjes, mos en droog
gras in een cirkel van 2 meter doorsnee totdat je een oppervlak
enkel uit aarde hebt.
- Terug
naar "Inhoud"
|
|
 |
Wanneer
de grond te nat is of met sneeuw
bedekt kan je een tafelvuur sjorren of, als het snel moet gaan, enkel
het tafelblad construeren (dus zonder poten) en dit alles overdekken met
een laag aarde of stenen. |
|
Tondel is elk materiaal dat een
minimum aan
hitte nodig heeft om te ontbranden. Berkebast, gedroogd gras, kleine
houtkrulletjes, vogeldons e.d. kunnen goed als tondel gebruikt worden.
|
|

|
Basis voor elk vuur : Maak een bed van tondel en vorm
een piramide van fijn aanmaakhout eromheen. Als het aanmaakhout
vlam heeft gevat voeg je stelselmatig grotere stukken toe.
- Terug
naar "Inhoud"
|
|
Gebruik
droog hout. Hard hout (eik, beuk, …) brandt goed, geeft veel hitte af
en blijft lang als hete kolen doorgloeien. Zacht hout daarentegen heeft
de neiging te snel te branden en spattende vonken te produceren. De ergste
vonkmakers zijn ceder, els, den, spar, kastanje en wilg. Vochtig hout
heeft soms voordelen omdat het rook produceert dat vliegen, muggen en
andere insecten op een afstand houdt en langer brandt zodat het vuur niet
snel is uitgebrand. Wanneer het geregend heeft vindt je altijd droog hout
aan de stam van naaldbomen. Als er echt niets anders te vinden is kan
men uitwerpselen van dieren gebruiken. Zorg ervoor dat de uitwerpselen
droog zijn om een rookvrij vuur te krijgen. Je kan ze vermengen met gras,
mos en bladeren. |
|
Vuur ontstekers : Meestal worden lucifers gebruikt.
Je kan lucifers waterdicht maken door op het kopje gesmolten
kaarvet te laten druipen. Verwijder het kaarsvet met je nagel
wanneer je de lucifer wilt gebruiken. Een vergrootglas kan eveneens
gebruikt worden (sommige kompassen bevatten een vergrootglas).
- Terug
naar "Inhoud"
|
 |
Je kan
ook een vuurboog maken. Dit is wel een techniek die enige oefening vereist.
De wrijving van de hardhouten staaf die op een zachthouten basis ronddraait
produceert eerst fijne tondel van houtstof en vervolgens hitte. |
Maak een
kleineuitholling aan het uiteinde van de basisplank en snij een holte
eronder uit waarin je de tondel plaatst. Zowel de staaf van hard hout
als de basis van zacht hout moeten goed droog zijn. Maak de boog van een
buigzame tak en de snaar van touw of een veter. Je hebt ook een steen
of een stuk hout met uitholling nodig om de top van de staaf op zijn plaats
te houden en een neerwaartse druk mee uit te oefenen. |
 |
Wind de
boogsnaar eenmaal rond de staaf. Plaats de staaf in de uitholling, houd
hem op zijn plaats met het gekozen hulpmiddel (steen of stuk hout) en
druk hem zacht omlaag terwijl de andere hand de boog heen en weer beweegt.
|
Hierdoor draait de staaf rond.
Verhoog de snelheid wanneer de staaf door het hout begint te boren.
Wanneer hij de holte eronder begint binnen te dringen, oefent je meer
druk uit en laat je de staaf zeer snel draaien. Ga door met boren tot
je niet meer verder kunt. Normaal zou de punt gloeiend als een sigaret
op de tondel moeten vallen. Dat zal, wanneer je er voorzichtig op blaast,
vlam vatten.
|
|
Vooraanzicht greppelvuur
|
Greppelvuur : Dit is in het VNJ de meest gebruikte manier
om een vuurtje te maken waarop gekookt moet worden. Graaf een
greppel uit en zorg ervoor dar hij "met de wind mee" gegraven
wordt, m.a.w. dat de wind door de greppel kan blazen (en zo
het vuur aanwakkert). Maak je greppel niet te breed zodat je
gamel of kookpot op de twee randen kan rusten. Niet geschikt
bij regenweer!
- Terug
naar "Inhoud"
|
|
 |
Jagersvuur : Het jagersvuur bestaat uit twee grote stenen
of twee moeilijk brandbare houtsblokken waartussen een vuurtje
gestookt wordt. Je kan je gamel of kookpot op de stenen of de
dikke houtsblokken laten rusten. Pas op dat de balken niet doorbranden
waardoor je eten om valt (en misschien zelfs het vuur dooft…)
- Terug
naar "Inhoud"
|
|
 |
Pagode vuur : Het pagode vuur wordt regelmatig toegepast
wanneer er een kampvuur gebouwd moet worden. Rond een klein
piramidevuur worden stammen van dik naar dun opgestapeld.
- Terug
naar "Inhoud"
|
|
 |
Stervuur : Dit vuur is een vuur dat lang kan branden
zonder dat je het bos in moet om opnieuw hout te gaan halen.
Je schuift namelijk dikke balken (eik, beuk, …), die met hun
uiteinde in het vuur zijn gelegd, iets meer naar het midden.
- Terug
naar "Inhoud"
|
|
 |
Polynesisch vuur : Dit vuur is bijzonder geschikt om
op te koken want het straalt de warmte naar boven uit. Men graaft
een gat en plaatst de stammetjes dicht naast elkaar. Op de b
odem van de kuil ontsteekt men een fel vuur. Het vuur brandt
de stammetjes langzaam op.
- Terug
naar "Inhoud"
|
|
 |
Tafelvuur : Sjor een tafel van hout met stevige balken.
Overdek het tafelblad met omgekeerde graszoden (zodat je ze
na gebruik met de groene, onbeschadigde kant weer naar boven
kan plaatsen). Maak hierop je vuur. Zorg ervoor dat je vuur
centraal blijft zodat het de sjorring niet kan doorbranden.
- Terug
naar "Inhoud"
|
|